BOL of BBL

Leerlingen in het middelbaar beroepsonderwijs (MBO) kunnen twee leerwegen volgen, de beroepsopleidende leerweg (BOL) of de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Hieronder bespreken we de belangrijkste verschillen en aandachtspunten.

Verschillen

De opleiding van een leerling via de BOL vindt grotendeels op school plaats (theoriecomponent), maar tenminste 20% van de studie moet aan praktijkvorming worden besteed (praktijkcomponent). In de opleiding via de BBL bedraagt de praktijkcomponent tenminste 60%. Bij detailhandelsopleidingen gaat het zelfs om 80%: 4 dagen werken in een winkelbedrijf en 1 dag naar school.

Daarnaast heeft de BOL-leerling gedurende de praktijkvorming (stage) in het bedrijf uitsluitend een leerlingenstatus. De BBL-leerling heeft naast de leerlingenstatus bovendien een werknemerstatus. In de praktijk levert dit aanmerkelijke verschillen op.

Tot slot, heeft de BOL-leerling gedurende de stage recht op kinderbijslag of studiefinanciering. De rechten en plichten van de leerling-stagiair, het leerbedrijf en de school zijn vastgelegd in een stageovereenkomst. De school heeft hiervoor standaardcontracten. De BBL-leerling is bovendien werknemer in het bedrijf. De leerling-werknemer heeft op grond van de arbeidsovereenkomst recht op loon enzovoort.

Erkend Leerbedrijf

Om BOL- of BBL-leerlingen te mogen aannemen moet uw bedrijf erkend zijn als leerbedrijf. Belangrijkste criteria voor erkenning zijn dat de leerling in het bedrijf de vereiste praktijkvaardigheden kan aanleren en dat in het bedrijf een praktijkopleider aanwezig is, die de leerling kan begeleiden en beoordelen. 

Meer informatie over erkende leerbedrijven en de spelregels.

Delen
woensdag, 5 augustus 2020
Delen