Consumenten vragen steeds vaker naar duurzame producten. Ze worden daar in toenemende mate op gewezen in artikelen in de krant, op televisie, op internet en in (tuin)tijdschriften. Een voorbeeld van een artikel dat wij tegen kwamen is dit artikel van Tuinseizoen. Ook onderzoek wijst uit dat consumenten duurzaamheid steeds belangrijker vinden. Dat biedt een mooie kans om in adviesgesprekken de duurzaamheidsaspecten van (de toepassing van) een product mee te nemen.
Duurzaam adviseren over planten en bloemen is ingewikkeld. Er zijn heel veel aspecten om mee te nemen. Wij geven hier de belangrijkste punten mee zoals die door Milieu Centraal worden geadviseerd aan consumenten.
Over het algemeen geldt: hoe beter planten en struiken bij de tuin passen, hoe sterker en gezonder ze zullen zijn. Sterke planten zijn minder vatbaar voor ziekten en plagen en hebben minder onderhoud nodig. Kortom het advies is een samenspel van standplaats, grond en de soort plant die je kiest.
Algemene adviezen
- Vraag naar de omstandigheden in de tuin. Het label aan de plant of op de verpakking van zaden beschrijft de ideale omstandigheden voor de plant. Het is van belang dat het wensenpakket van de plant zo goed mogelijk overeen komt met de plaats waar deze plant terechtkomt. Als de plant op de verkeerde plek komt te staan, kan dat betekenen dat de plant doodgaat en dat is natuurlijk alles behalve duurzaam.
- Zorg voor een gezonde bodem. Een gezonde bodem is cruciaal voor gezonde planten. Eigen gemaakte compost kan de bodem verbeteren, ook het jaarlijks bemesten van de bodem zorgt voor voldoende voeding voor de plant om goed te groeien.
- Sommige planten zijn geven geen nectar, zoals dubbelbloemige planten. Deze hebben dus geen nectar of stuifmeel voor bijen en andere insecten. Het is beter om te kiezen voor planten die hier wel over beschikken. Adviseer daarom te kiezen voor een open, enkelvoudige bloem. Vaak staat op het etiket aangegeven als bloemen geschikt zijn voor vlinders en bijen.
- Een tuin met veel verschillende en inheemse planten zorgt voor meer biodiversiteit. Met inheemse beplanting ondersteun je inheemse insecten, vogels en andere dieren. Bovendien geldt hoe diverser de beplanting, hoe biodiverser de gasten die de tuin zullen bezoeken. Denk ook na dat er in elk seizoen planten in de tuin staan die voedsel kunnen verschaffen aan vogels, vlinders en bijen.
- Klein beginnen is beter. Het is niet voor iedereen weggelegd, maar het zelf opkweken van planten, struiken en bomen is het meest duurzaam. Dat kost tijd, geduld en ook een zekere mate van expertise. Klanten die dat zelf niet willen of kunnen doen, zullen hier niet aan beginnen. In dat geval zijn er nog verschillende adviezen om duurzame keuzes te kunnen maken.
- Klein beginnen is beter. Ook als consumenten zelf niet gaat kweken of zaaien dan geldt dat kleine planten duurzamer zijn. De planten kunnen in de tuin verder groeien zonder dat dat veel belasting van het milieu meebrengt.
- Kijk of planten, bomen, zaden en bollen een keurmerk hebben. Een keurmerk geeft meer transparatie dat bij de kweek geen schadelijke gewasbeschermingsmiddelen zijn gebruikt. Voorbeelden hiervan zijn Planetproof, demeter, EKO, Europees keurmerk voor biologisch en MPS-natural protected.
Er is natuurlijk nog veel meer te zeggen. Consumenten kunnen meer informatie vinden over verschillende aspecten van duurzaam tuinieren op de website van het Groene Klimaatplein.
