Potgrond

Als Tuinbranche Nederland krijgen wij zo nu en dan de vraag hoe we als branche omgaan met het gebruik van hernieuwbare grondstoffen in potgronden voor de teelt van de gewassen en potgronden, voor de hobbymarkt, die in de Nederlandse retail worden aangeboden.

In het verleden bestond potgrond voor een groot deel uit veen of turf. Veen en turf zijn ontstaan door vertering van organisch materiaal. Het is luchtig, rijk aan organische stof en heeft eigenschappen die ervoor zorgen dat planten er goed in kunnen groeien na toevoeging van kalk en meststoffen. De structuur en het vochtvasthoudend vermogen zorgen ervoor dat veen een ideale grondstof is om potgronden van te maken. Tegenwoordig worden er, mede uit het oogpunt van hernieuwbaarheid, steeds meer alternatieve en hernieuwbare grondstoffen gebruikt om potgronden te maken. Veen is echter nog steeds een onmisbare grondstof.

De potgrondmarkt is in transitie, die zoals bij elke transitie tijd nodig heeft. De Vereniging Potgrond- en Substraatfabrikanten Nederland (VPN) heeft doelstellingen gezet die ambitieus zijn. Het feit dat de transitie naar hernieuwbare grondstoffen om potgronden te maken geleidelijk gaat, heeft verschillende oorzaken.

In de eerste plaats groeit de vraag naar potgronden en substraten erg hard. Dit is een ontwikkeling die wereldwijd plaatsvindt en daarmee druk legt op de beschikbaarheid van grondstoffen voor substraten. Van grote invloed op deze toenemende vraag zijn de ontwikkelingen in Azië als het gaat om de groei van de bevolking en welvaart. Dit betekent dat de vraag naar veen en andere grondstoffen om substraten te kunnen maken de komende jaren explosief gaat groeien. Deze groei is vooralsnog groter dan de groei in beschikbaarheid van hernieuwbare alternatieve grondstoffen.

Ten tweede is het zo dat er weinig of geen hernieuwbare grondstoffen zijn die kunnen opboksen met de veelzijdige eigenschappen van veen. Dit betekent dat de oplossingen met hernieuwbare grondstoffen gezocht moeten worden in combinaties van grondstoffen. Die al dan niet gemengd met veen een kwalitatief hoogwaardig substraat vormen waar planten zich goed in kunnen ontwikkelen. Deze combinaties van grondstoffen, die veelal jonger en daarmee ook biologisch actiever zijn, zorgen voor een nieuwe dynamiek. Om deze in verschillende omstandigheden (vochtigheid, temperatuur, etc.) te kunnen beheersen, wordt momenteel veel getest en onderzocht. Ook dat is onderdeel van een verantwoorde transitie om kwalitatief hoogwaardige producten te kunnen blijven maken.

Beperkte beschikbaarheid van hernieuwbare grondstoffen is een derde punt van invloed. Er is vanuit diverse hoeken in de maatschappij een grote behoefte aan organische grondstoffen ontstaan. Of het nu is voor de al dan niet gesubsidieerde biomassacentrales of de hightech chemische industrie die bijvoorbeeld bioplastics vervaardigt uit organische materialen, grondstoffen die ook zouden kunnen dienen als hernieuwbare grondstof voor substraten. Dit leidt tot een situatie waarbij de benodigde volumes onder druk staan en de prijzen van de hernieuwbare alternatieven bovendien hoog zijn.

Tenslotte is de veiligheid van belang. Dit betekent dat er onderzoek nodig is en geïnvesteerd wordt in de verwerking van organische reststromen voor hernieuwbare grondstoffen voor potgronden. Ook dit proces en de opschaling van verwerkingscapaciteit vergen tijd om dit verantwoord te kunnen doen.

Dit alles maakt dat er, om aan de vraag naar hoogwaardige potgronden te kunnen voldoen voor zowel de professionele markt als de hobbymarkt, naast een zo hoog mogelijk aandeel hernieuwbare grondstoffen, vooralsnog nog steeds veenproducten nodig zijn voor het vervaardigen van substraten en potgronden.

Veen vs. hernieuwbare grondstoffen

Overigens is het niet zo dat hernieuwbare (of gerecyclede) grondstoffen over de gehele levensduur genomen duurzamer zijn dan veen. Alternatieve materialen zoals houtvezel, kokos, schors en compost ondergaan allemaal een of meerdere bewerkingsslagen voordat deze gebruikt kunnen worden als ingrediënt voor potgrond en dit zorgt voor extra milieu impact. Wanneer vervolgens een analyse gemaakt wordt van de verschillende aspecten die impact hebben op het milieu, zoals waterverbruik, vrijkomen van toxische stoffen voor mens en/of milieu, uitputting van grondstoffen, eutrofiering etc. dan wordt duidelijk dat de materialen op verschillende aspecten beter scoren dan andere. Dit geldt ook voor de eigenschappen van de materialen. Het ene materiaal neemt heel snel water op, het andere materiaal zorgt voor een hoger luchtgehalte, enzovoort. De meest duurzame mix van materialen is dan vervolgens de potgrond die voldoet aan de eisen van de gebruiker en over het geheel genomen de beste duurzaamheidsscore heeft.

Ook bestaat er het misverstand dat de potgrondketen verantwoordelijk is voor het vernietigen van natuurgebieden en een groot veroorzaker is van de CO2-uitstoot in de landen waar veen gewonnen wordt. Het klopt dat, net als onze bossen, graslanden, oceanen en fossiele brandstofreserves, veengebieden een belangrijk rol spelen in de opslag van CO2. Grofweg 85% van de wereldwijd aanwezige veengebieden nog onaangetast. Echter 15% van de veengebieden is al wel aangetast en deze worden gebruikt voor bosbouw, landbouw of andere doeleinden. Slechts 0,05% van al het veengebied ter wereld wordt gebruikt voor horticultuur. In Europa is de regelgeving zo streng dat er geen veen van ongerepte, onaangetaste en beschermde veengebieden gewonnen mag (en kan) worden. En na gebruik worden de veengebieden hersteld, zodat  CO2-opslag weer kan plaatsvinden en biodiversiteit wordt gestimuleerd. Responsibly Produced Peat (RPP) is de onafhankelijke organisatie die controleert of veenproductie en landschapherstel op een verantwoorde manier plaatsvindt.

Doelstellingen VPN-leden

De Vereniging Potgrond- en Substraatfabrikanten Nederland heeft doelstellingen bepaald voor het opschalen van hernieuwbare grondstoffen in substraten rekeninghoudend met de groeiende vraag op de wereldmarkt en de eisen die aan substraten worden gesteld. Dit heeft geresulteerd in een ambitie, waarbij voor de hobbymarkt de doelstelling is om in 2025 60% hernieuwbare grondstoffen in te zetten in potgronden. Voor de professionele markt is de ambitie op dit punt 35% hernieuwbare grondstoffen in 2025. In 2025 moet 100% van het veen afkomstig zijn van RPP-gecertificeerde veenderijen.

Responsibly Produced Peat

Het veen dat gebruikt wordt voor substraten zal overigens volledig gaan voldoen aan de eisen van RPP (Responsibly Produced Peat). Dit initiatief en bijbehorende certificering is een samenwerking van overheden, maatschappelijke organisaties en de substraatindustrie. Momenteel worden veenderijen in hoog tempo onderworpen aan certificatie.

Bronnen:

Delen
dinsdag, 15 september 2020
Delen